Om je sterk te verbinden met het vak
In het periodeonderwijs worden bepaalde vakken en/of nieuwe leerstof geïntroduceerd. Vakken als bijvoorbeeld rekenen, taal, aardrijkskunde en plantkunde worden dagelijks aangeboden gedurende een periode van drie à vier weken. De periode wordt aan het begin van de dag aangeboden en start om 8u30 en is om 10u30 afgelopen. Het onderwerp komt dagelijks terug en is niet over maanden versnipperd: de opbouw komt goed en samenhangend tot stand. De leerkracht stemt de leerstof, met inachtneming van de kerndoelen, af op zijn klas en integreert het met verhalen, tekenen of schilderen, poëzie en met ritme of beweging. Zo kunnen kinderen zich sterk met het vak (onderwerp) verbinden. Het kind beschrijft, tekent, schildert de periodestof in een periodeschrift, dat na verloop van tijd een zelfgemaakt leerboekje wordt. Deze leerstof is tevens ontwikkelingsstof. Een reken- of taalperiode komt ongeveer vijf keer per jaar terug. De kinderen krijgen de kans de stof te laten bezinken en zich deze eigen te maken.
Zelfstandig oefenen
Na de korte pauze om 10.45 uur gaan klas 1 t/m 6 een half uur tot een uur, zelfstandig oefenen. Dit is het moment om aan de hand van een taal- en rekenmethode stof in te slijpen. De kinderen werken op hun eigen niveau. In deze oefentijd wordt de zelfwerkzaamheid van de kinderen gestimuleerd.
Recente reacties